Katholieken en hun geloofsgemeenschap

Eucharisatie

Viering van de eucharistie

Het sacrament van de eucharistie vindt plaats tijdens een liturgische viering, die ‘eucharistieviering’ wordt genoemd en die een vaste structuur en inhoud kent. Het woord ‘eucharistie’ komt van het Griekse werkwoord ‘eucharistein’ dat ‘dankzeggen’ betekent. Hoewel de eucharistieviering als geheel gericht is op het loven en danken van God, komt de dankzegging het meest tot uitdrukking in het eucharistisch gebed, ofwel ‘het grote dankgebed’.

Maaltijd van de Heer

Op de avond voordat Jezus werd gevangengenomen, heeft hij samen met zijn apostelen het joodse paasfeest gevierd met een gezamenlijke maaltijd. Tijdens deze maaltijd, die vanaf dan bij christenen ‘het laatste avondmaal’ wordt genoemd, heeft Jezus brood en wijn in zijn handen genomen en gezegd: ‘Dit is mijn Lichaam’ en ‘Dit is mijn Bloed’. Zo liet Hij blijken dat Hij zijn leven zou geven. Hij riep zijn leerlingen op om samen te blijven komen rond brood en wijn: ‘Blijft dit doen om Mij te gedenken.’ In antwoord op deze oproep komen katholieken op zondag samen om in de eucharistie het lijden, de dood en verrijzenis van Jezus te gedenken.

Offer

De kruisdood van Jezus is het offer dat Hij voor het heil van de mensheid heeft gebracht. Als de priester dit offer in de eucharistie gedenkt, wordt het opnieuw – zonder bloed! – tegenwoordig gesteld en krijgen wij deel aan de verlossende kracht, in het hier en nu. Het altaar in de kerk waarop brood en wijn worden gezet is de ‘tafel van de Heer’ en dus ook een offertafel.

De eucharistieviering

Het sacrament van de eucharistie is niet los te zien van de kerkelijke viering waarin het wordt toegediend. De voorganger in een eucharistieviering is per definitie een priester, omdat dit sacrament alleen door een priester kan worden gegeven. De priester gaat voor namens Jezus Christus, als zijn plaatsvervanger.

De eucharistieviering bestaat uit vier vaste onderdelen: de opening, de dienst van het Woord, de dienst van de Eucharistie en het slot. Tijdens de dienst van het Woord worden er twee of drie fragmenten uit de Bijbel gelezen. De eerste lezing komt meestal uit het Oude Testament, de tweede lezing is vaak een stukje uit de brieven aan de eerste christenen. In iedere eucharistieviering wordt ook voorgelezen uit het heilig Evangelie, de blijde boodschap van Jezus Christus. Wanneer er in de viering wordt gelezen uit de heilige Schrift (de Bijbel), is God zelf aan het woord. Tijdens de dienst van de eucharistie wordt de maaltijd van de Heer gehouden.

De volgorde van de viering is altijd dezelfde, in alle katholieke kerken over de hele wereld. Dat maakt het mogelijk om de dienst te volgen, zelfs als je de taal niet verstaat. Doordat sommige gebeden in alle kerken worden uitgesproken, kun je je als gelovige verbonden voelen met allen, die bidden met dezelfde woorden. Het gebed dat alle christenen met elkaar verenigt is het Onze Vader: het gebed dat Jezus zelf aan zijn leerlingen heeft onderwezen.

In sommige parochies worden ‘woord- en communievieringen’ gehouden. Dat is geen eucharistieviering: het sacrament wordt niet voltrokken. De hosties die worden uitgedeeld, zijn eerder tijdens een eucharistieviering geconsacreerd.

Sacrament

De eucharistie is een sacrament: een symboolhandeling waarin we God zelf mogen ontmoeten en Hij ons daadwerkelijk goed doet. Er gebeurt iets! Daarom worden katholieke sacramenten ‘werkzame tekenen van de Heer’ genoemd. De eucharistie is één van de zeven sacaramenten van de katholieke kerk en kan alleen worden toegediend door een priester. Het wordt beschouwd als het allerheiligste sacrament: de bron en het hoogtepunt van het christelijk leven.

Het sacrament van de eucharistie is rijk aan betekenis. Wanneer de priester het grote dankgebed uitspreekt met daarin de woorden die Jezus bij het laatste avondmaal heeft gezegd, worden door de kracht van die woorden en door de heilige Geest het brood en de wijn ‘geconsacreerd’: ze veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus, zonder dat dat zichtbaar is. Ook wordt het kruisoffer van Jezus opnieuw tegenwoordig gesteld, maar nu op een bloedeloze manier. Daardoor krijgen mensen in het heden opnieuw deel aan Christus’ verlossende werk. Door het eten van de hostie, het Lichaam van Christus, wordt ieder persoonlijk verenigd met Jezus zelf. Tegelijkertijd wordt de hele kerkgemeenschap van gelovigen met elkaar verenigd. Daarom wordt eucharistie het ‘sacrament van de eenheid’ genoemd.

De offergaven van brood en wijn

Bij ieder katholiek sacrament worden voorwerpen uit het gewone leven gebruikt in een symbolische handeling, waarbij bepaalde woorden worden gesproken. Daarom spreken we bij sacramenten over ‘werkzame tekenen’. Bij het sacrament van de eucharistie zijn de voorwerpen ‘brood’ en ‘wijn’. Het zijn geschenken van de schepping: God geeft ze ons. In de eucharistieviering wordt daarvoor dank uitgesproken. Brood en wijn zijn tevens het ‘werk van onze handen’ en worden in de viering ook zo genoemd. Ons leven is erin gevat: onze vreugde, ons verdriet, onze zorgen, onze hoop.

Het brood en de wijn worden door mensen uit de kerkgemeenschap naar voren gebracht en aan de priester aangeboden om als offergaven te dienen. Hij neemt ze aan, namens Jezus Christus. Tijdens het eucharistisch gebed veranderen brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Christus, die vervolgens aan God worden opgedragen. Zo wordt het offer van Jezus opnieuw tegenwoordig gesteld. De gelovigen kunnen zich met heel hun leven en alles wat hen beweegt, bij het offer van Christus aansluiten. Zo kunnen hun eigen lijden, hun werk en gebeden een diepere betekenis krijgen.

De communie

Het ontvangen van het sacrament van de eucharistie wordt vaak ‘de communie’ genoemd. De communie is een onderdeel van de eucharistie: het is het moment waarop het Brood en de Wijn, het Lichaam en Bloed van Christus, worden gegeten en gedronken. De Wijn wordt niet door alle aanwezigen gedronken: alleen de priester en – als die erbij zijn – de diaken of de pastoraal werker, de lector en de misdienaars drinken hiervan. Daarna worden de hosties uitgedeeld: kleine stukjes van het geconsacreerde Brood. Bij het overhandigen van de hostie zegt de priester: ‘Het Lichaam van Christus’. De gelovige die de communie ontvangt, zegt: ‘Amen’. Dat betekent: ‘Zo is het!’.

De eerste communie

Wanneer mag je deelnemen aan de maaltijd van de Heer? Als je bent gedoopt en als je de ‘eerste communie’ hebt gedaan. Het criterium daarvoor is door paus Pius X vastgelegd: ‘Het onderscheid kunnen maken tussen gewoon brood en het Lichaam van Christus’. In ons land zijn de meeste kinderen ongeveer zeven of acht jaar, als ze in een feestelijke eucharistieviering voor de eerste keer het sacrament van de eucharistie ontvangen. Het is een belangrijke gebeurtenis op de weg van het geloof. Er zijn drie sacramenten, waardoor je wordt ingewijd in het christelijke leven: het doopsel, de eucharistie en het vormsel. Deze sacramenten worden ‘initiatiesacramenten’ genoemd. Het doopsel en vormsel kunnen maar één keer worden toegediend; het sacrament van de eucharistie wordt iedere zondag (elke dag) gegeven. Daardoor kan het een bron van kracht en troost zijn, als voedsel voor onderweg. De eucharistie helpt katholieken om te leven als volgelingen van Jezus Christus, zodat ze kunnen bijdragen aan het Koninkrijk van God: een nieuwe wereld, waarin iedereen waardig leven kan.

Blijft dit doen

Tijdens de laatste maaltijd met zijn leerlingen heeft Jezus een opdracht gegeven: ‘Blijft dit doen om mij te gedenken’. Het is een oproep die nog steeds geldt. In het vieren van de eucharistie wordt hieraan voldaan. Maar Jezus wil ons tegelijkertijd ertoe aanzetten in ons dagelijks leven uit te delen wat we in de eucharistie ontvangen: de liefde van Christus.

Ga terug naar Eucharisatie