Als bidden ‘je richten tot God’ is, kom je op de vraag wie God eigenlijk is. Volgens de christelijke kerken is God één goddelijke natuur die bestaat uit drie personen: de heilige Drie-eenheid. Christenen richten zich in hun gebed tot God de Vader, zijn Zoon Jezus en tot de heilige Geest. Voor katholieke christenen is het ook mogelijk de voorspraak van heiligen en vooral van Maria, de moeder van Jezus, in te roepen. Veel mensen van deze tijd ervaren God als een energie of als ‘iets’. De vraag is nu of ‘je richten tot het goddelijke’ ook bidden is. In de meer enge, christelijke definitie mag iets alleen bidden heten als de biddende zich richt tot de persoonlijke God; ruimere definities duiden elk bezig zijn met het goddelijke of de geestelijke wereld aan als bidden.
Vaste en persoonlijke gebeden
Een van de meest bekende vormen van gebed in de katholieke kerk is het bidden van ‘vaste gebeden’. De bekendste vaste gebeden zijn het Onze Vader en het Weesgegroet. De meeste gebeden in de rooms-katholieke liturgie zijn ook vastgesteld en worden formuliergebeden genoemd. Vaste gebeden – zoals de psalmen – kunnen ook zingend gebeden worden. Naast de vaste gebeden zijn er vele vormen van persoonlijk gebed. In een persoonlijk gebed formuleert de biddende zijn gebed in zelfgekozen woorden. In veel persoonlijke gebeden wordt aan God, Jezus, de Heilige Geest of Maria gevraagd om hulp, kracht, genezing of bescherming. Naast deze vragende (smeekgebeden) zijn er ook dankgebeden waarin de biddende dankt voor ontvangen gaven.
Is bidden je richten tot God of tot de geestelijke wereld?
Biddende christenen, zowel katholieken, protestanten als oosters-orthodoxen richten zich meestal tot God de Vader, Jezus Christus of de heilige Geest als zij bidden. Maar specifiek voor katholieken en oosters-orthodoxen is dat zij naast de Drie-eenheid ook nog vele andere geestelijke wezens in gebed kunnen aanroepen. Sommige rooms-katholieken en oosters-orthodoxen vragen in hun gebed veelvuldig om de voorspraak van Maria, de moeder van Jezus, en van vele heiligen. Bidden op voorspraak van Maria of een heilige betekent dat men de betreffende heilige vraagt voor de biddende ten beste te spreken bij God (voor-spreken). Dit vragen om een gunst via een heilige is een poging de grote kloof tussen God en mens door een bemiddelaar in de geestelijke wereld te dichten. Katholieken en oosters-orthodoxen kunnen ook nog andere geestelijke wezens aanroepen zoals engelen en de zielen van overledenen. Aan engelen, aartsengelen of beschermengelen, wordt om bescherming gevraagd. Hoewel voor overledenen wordt gebeden dat ze snel bij God mogen zijn, wordt hun soms gevraagd voorspreker te zijn bij God.
Gebeden in de liturgie van de katholieke kerk
De liturgie van de eucharistie (oftewel heilige Mis) in de rooms-katholieke kerk bestaat voor een belangrijk deel uit een reeks vastgestelde gebeden die zowel gebeden als gezongen kunnen worden. Het openingsgebed, het Heer Ontferm U (Kyrië, gebed om ontferming), het Gloria (lofprijzend gebed), de tussenpsalm, de doxologie (dankzegging na het evangelie), de geloofsbelijdenis (het Credo), het eucharistisch- of tafelgebed met daarin opgenomen het Heilig, Heilig, Heilig (Sanctus), het Onze Vader (Pater Noster), het Lam Gods (Agnus Dei: gebed om zonden vergeving), het slotgebed en de zegenbede zijn terugkerende gebeden in de meeste eucharistievieringen. De terugkerende vaste gebeden – die in veel eucharistievieringen gezongen worden en daarom vaste gezangen genoemd worden (Kyrië, Gloria, Credo, Sanctus, Pater Noster, Agnus Dei) zijn door vele componisten in hun Latijnse versie op muziek gezet. De vaste gebeden in de rooms-katholieke liturgie vormen een afwisseling van lofprijzing, dankgebed en smeekgebed. In de lofprijzing wordt Gods naam geprezen, in de dankgebeden wordt dank gezegd voor verkregen gaven, in de smeekgebeden worden de noden van de wereld voor God gebracht. De voorbeden in een eucharistieviering zijn het moment waarin het gebed het meest actueel en specifiek op persoonlijke en maatschappelijke noden gericht is.
Vraag- en smeekgebeden
De katholieke gelovige kan desgewenst beschikken over een heel scala aan gebeden om zijn noden of die van anderen aan God of de geestelijke wereld voor te leggen. Daarbij kan hij/ zij vaste gebeden als het Onze Vader, het Wees Gegroet, het Eer aan de Vader of gebeden uit gebedenboeken bidden maar ook zelf ‘in eigen woorden’ God of de geestelijke wezens om hulp en kracht vragen. De kortste gebeden in eigen woorden – vaak op de fiets, in bed, thuis of op het werk gebeden – worden schietgebeden genoemd. Zijn deze gebeden langer en dringender dan wordt vaak van smeekgebed gesproken. Er zijn onder gelovigen vele ervaringen van gebedsverhoring maar net zo goed verhalen over niet verhoorde gebeden.
Een ontroerend voorbeeld van een gebed met elementen van vragend gebed, dankgebed en gebedsverhoring is onderstaand gebed van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo in Noord Afrika in de 5e eeuw.
Te laat heb ik U lief gekregen
Augustinus
Veel te laat heb ik U lief gekregen, o schoonheid zo oud en toch zo nieuw. Veel te laat heb ik U lief gekregen.
Binnen in mij waart Gij en ik was buiten, en dáár zocht ik U. Lelijk als ik was, stortte ik mij op de mooie dingen die Gij gemaakt hebt.
Gij waart bij mij, maar ik was niet bij U! Die dingen hielden mij ver van U verwijderd; en toch zouden ze niet bestaan als ze niet in U bestonden.
Toen hebt Gij geroepen en geschreeuwd en mijn doofheid doorbroken. Geschitterd en gestraald hebt Gij en mijn blindheid verjaagd. Een heerlijke geur hebt Gij verspreid; en diep ademde ik die in en nu snak ik naar U. Ik heb U geproefd en sindsdien dorst en honger ik naar U. Gij hebt mijn hart geraakt, en het is ontvlamd in verlangen naar Uw vrede.
Dankgebeden
Net als bij de vragende of smeekgebeden zijn er ook vaste en persoonlijke dankgebeden. In de katholieke eucharistieviering vormt het eucharistisch gebed, dat grotendeels een dankgebed is, het middelpunt. In de eucharistie – het woord betekent tenslotte dankzegging in het Grieks – is dankzegging een belangrijk onderdeel. Dat geldt niet altijd voor het persoonlijke gebed van de gelovigen. Een van de gevaren van het bidden is dat alle nadruk komt te liggen op dat wat de biddende zelf en/ of mensen om hem heen nog niet hebben. Daarom is een zekere balans tussen vragend- en dankend bidden van belang volgens vele geestelijke leiders. Buiten de eucharistie om zijn er niet zoveel bekende vaste dankgebeden al hebben sommige gebeden elementen van dank in zich.
Stil gebed
Voor de meeste katholieken is bidden vooral ‘praten met God, Jezus, Maria of de heiligen’ maar in gesprek gaan met goddelijke of heilige personen is zeker niet de enige vorm van gebed. Een minder bekende maar belangrijke vorm van gebed is het ‘stil gebed’ waarin de biddende slechts stil wordt in het besef van Gods aanwezigheid. Dit gebed kan ontstaan uit een vorm van meditatie maar ook al wandelend of zelfs werkend beoefend worden.
Specialisten in het stil gebed in de rooms-katholieke kerk zijn de contemplatieve kloosterlingen. Contemplatieve orden zoals benedictijnen en cisterciënzers leggen zich toe op het voortdurend gebed en op vormen van stil gebed. Met name meditatieve gebedsvormen zoals het reciteren van psalmen, de rozenkrans en het Jezus-gebed kunnen gaandeweg overgaan in het sprakeloos verwijlen in Gods aanwezigheid. Het stil gebed is voor veel gewone christenen een van de minst bekende en moeilijkste vormen van bidden. Allerlei meditatietechnieken (zie Mediteren) kunnen helpen bij het komen tot stil gebed.